Blijdschap | 26-6-2020
Door: Esther Hulst
Waar ik de eerste weken van de Corona-crisis nog aan de buis gekluisterd zat, is de persconferentie over de crisis nu niets bijzonders meer. Zelfs persconferenties zijn blijkbaar onderhevig aan inflatie. De persconferentie van woensdag 24 juni had ik, in alle eerlijkheid, gemist. Ik was op het strand met vrienden en m’n dochter. Ik wist zoals heel Nederland wel van de persconferentie af, maar ik had helemaal geen zin om voor de tv te zitten en weer niets te horen over acteurs. Of sterker nog, ik had geen zin om te horen dat middelbare scholen ook na de vakantie nog niet open mochten en mijn onderneming dus nog meer in de problemen zou komen. Maar niets van dit alles!
Op basisscholen hoeft niemand meer 1,5 meter afstand te houden. Middelbare scholen mogen na de zomervakantie weer volledig open. Leerlingen onderling hoeven geen 1,5 meter afstand meer te houden, volwassen moeten dit nog wel. En er werd nog een categorie genoemd waarvoor de 1,5 meter afstand niet meer verplicht is, waaronder acteurs. Samen met sporter en dansers vormen we een uitzondering. Je begrijpt mijn grote blijdschap denk ik wel.
Blijdschap voor mijn team en mijzelf We kunnen weer onbeperkt voorstellingen gaan spelen. Het kan trouwens wel: 1,5 meter afstand houden. Donderdag speelden we zo onze eerste voorstelling sinds 16 maart. Het was een feest. Het levert zelfs leuke vondsten op. Maar het is veel fijner om een voorstelling te kunnen spelen zoals ie bedacht en bedoeld is, want een voorstelling over seksualiteit wordt toch wel heel lastig, als je niet eens bij elkaar in de buurt mag komen.
Blijdschap ook voor alle leerlingen die weer normaal naar school kunnen. Want ook zij willen heel graag weer “normaal” naar school en even weg van hun ouders. Maar vooral blijdschap voor al die docenten en ouders die al die tijd zo hard hun best hebben gedaan. Die alleen maar goed nieuws-berichten kregen maar zelf vooral aan het afzien waren. Want dat was het wel: afzien voor zowel ouders als leerkrachten. Ouders probeerden hun kinderen zo goed en zo kwaad als het ging les te geven en te begeleiden. Dat is nobel en knap, maar ook ontzettend moeilijk. Hoe motiveer je je puber als je daar niet voor geleerd hebt, je zelf ook nog ander werk op je hebt liggen wachten en je de hele tijd op elkaars lip zit. Zelfs als je er wél voor geleerd hebt, dan nog was het afzien. Want je eigen kind thuis lesgeven is toch iets anders dan 30 kinderen in de klas lesgeven. En als docent was je ook nog druk bezig je een geheel nieuwe tak van sport eigen proberen te maken: online lesgeven.
Het klinkt leuk en makkelijk: online lesgeven. Gewoon een programmaatje downloaden, alle leerlingen toevoegen en lesgeven. Gaan met die banaan…. Maar dat is het helemaal niet. Want voor 30 kinderen in de klas lesgeven is echt iets heel anders dan vanaf je keukentafel, pratend in je computer -terwijl je eigen kinderen ook een boterham willen- tegen 30 zwarte schermpjes (ja, leerlingen zetten blijkbaar hun camera niet aan) proberen info in die koppies te krijgen. Het is op z’n minst een uitdaging!
Kan je het al die docenten kwalijk nemen? Nee, natuurlijk niet. Ze doen hun stinkende best. Maar zonder tijd voor onderwijsvernieuwing, zonder extra budget, in een tijd met een enorm lerarentekort is het niet zo gek dat iedereen zelf opnieuw het wiel moet uitvinden. En dat dit dan niet in één keer lukt of in ieder geval afzien is, is helemaal te begrijpen. Voor hen ben ik het meest blij, want een docent wordt toch het gelukkigst van een klas vol leerlingen.