Deep work | 15-5-2016
Deep work
Door: Martijn Huitema
Dertig paar ogen, gericht op elke beweging die hij maakt. Ze zitten er klaar voor. Ik moet oppassen dat ik geen onverwachte bewegingen maak. Één zucht teveel en de boel komt ongewild op gang. Ik hoef niets te zeggen, ik hoef alleen maar te knikken, te wijzen. Zorgvuldig meet ik ieder gebaar, iedere stap, zelfs iedere ademhaling af. Ieder kind zit klaar met een instrument, maar houdt deze, geheel volgens afspraak, helemaal stil. Ademloos wachten we tot Ahmed, die als een volleerde dirigent met zijn armen omhoog voor de klas staat, het teken geeft.
Onlangs las ik het boek Deep Work (Grand Central, 2016) van Cal Newport. Hij is Assistant Professor of Computer Science aan de universiteit van Georgetown. In dit boek beschrijft Cal (ik denk dat ik wel Cal mag zeggen) het idee achter Deep Work: (professionele) activiteiten die uitgevoerd worden in een staat van concentratie zonder afleiding, waarbij de cognitieve vaardigheden tot het uiterste worden benut. Deze inspanning levert nieuwe waarden op, verbetert je vaardigheden en is moeilijk na te bootsen. Cal omschrijft het idee achter Deep Work. Toen hij een jonge professor was ervoer hij veel druk om genoeg essays af te leveren. Toen hij erachter kwam dat hij compleet afgezonderd en vrij van elke vorm van afleiding de meeste tekst kon produceren ging hij dit systeem perfectioneren. Hij komt in zijn boek tot een basisset van vier regels: werk diep, omarm verveling, stop met social media en stop met oppervlakkigheid.
Het is de beschrijving van de eerste regel die me het meest raakt. Werk diep. Bij bijna elke zin in dat hoofdstuk moet ik denken aan dat moment met Ahmed en zijn klas. Ik merk dat ik, behalve vakinhoudelijke en sociaal-emotionele doelen, diep werken met een klas echt als doel zie. Door van elk kind een opperste concentratie te vereisen en cognitief tot het uiterste te gaan (inderdaad, dan moet je differentiëren) krijg je de mooiste resultaten. Of dit lukt is afhankelijk van veel factoren: zo kent een kind denk ik maar één of twee momenten van diep werk per dag. Wanneer het deze al heeft ervaren, is het voor de muziekles op. En waar Cal in zijn boek uitgaat van het individu werken wij natuurlijk met groepen. De omstandigheden voor succesvol diep werken met een klas zijn dus schaars. Net als bij Ahmed: wanneer hij de klas ademloos ziet wachten tot zijn handen naar beneden gaan en zij mogen beginnen, zie ik achter hem op het plein de eerste regendruppels van een enorme plensbui vallen. Weg concentratie, weg moment. Maar ik weet dat het dan al is gelukt: Ahmed en zijn klas beleefden alle dertig tegelijk zeker één minuut hoe het is om diep te werken.