Meneer B. | 7-10-2020
Door: Anouk Briefjes
Laatst las ik de vraag over welke docent je het meest is bijgebleven op een positieve manier. Dat zijn er best veel. Maar ik moest ook denken aan die ene docent, die het voorgoed bij mij heeft verpest: Meneer B. Ik kreeg van hem in de derde van de middelbare school tekenles. Tekenen was één van mijn lievelingsvakken. Ik heb vanaf mijn zesde al tekenles gehad bij ontzettend leuke kunstenaars Immy van Huizen en Henk de Jong. Al vrij jong leerde ik al in perspectief tekenen en probeerde ik van alles uit, van olieverf, aquarelleren, Pointillisme.
Maar toen kwam dus meneer B. Hij was niet alleen tekendocent, maar ook net-niet-coördinator. Misschien zat daar zijn frustratie dat hij dat net niet was geworden en ook net-niet-uitvoerend kunstenaar. Geen idee. Maar hij bemoeide zich wel altijd overal mee en was onredelijk.
Een vriendin in mijn klas kon niet tekenen en vroeg aan mij om een opdracht te doen voor haar. Geen probleem, want ik vond tekenen leuk. Dus deze opdracht maakte ik voor haar en die voor mezelf. Het was duidelijk dat meneer B. haar wel mocht en mij totaal niet. En dat kwam tot uiting in deze opdracht.
Het grootste gevaar bij kunstlessen geven is dat er altijd een gedeelte subjectief is en met smaak te maken heeft. Alleen ging het hier niet om smaak, maar om wie je wel of niet aardig vond als docent. Zij kreeg voor (mijn tekening) een negen, ik kreeg een zeven. Terwijl ik wist, ze zijn van dezelfde kwaliteit. En tja ik kon er natuurlijk niks van zeggen. Maar was pissig om de onrechtvaardigheid.
Ook beschuldigde de beste man mij ervan dat ik had gespijbeld. Dat was niet zo, ik was ziek thuis, maar een vriendinnetje kwam bij me. Ze had een klote situatie thuis en bleef bij mij. Helaas waren ze daarachter gekomen. Alleen ik kon ‘bewijzen’ dat ik echt ziek was, maar uiteraard geloofde meneer B. me niet. Jammer voor hem dat mijn ouders allebei huisarts waren en dat maar even op een receptenbriefje hebben geschreven dat ik echt die dag ziek was.
En in plaats van kijken wat er met mijn vriendin aan de hand was, liet hij haar 40 uur nablijven. Zelfs de conciërges vonden dit buitengewoon onredelijk en lieten haar telkens eerder gaan. Ik heb elke keer op haar gewacht toen ze moest nablijven. Als hij nu gewoon met haar in gesprek was gegaan, had hij haar wellicht kunnen helpen met haar lastige thuissituatie. Maar door deze actie, maakte hij het alleen maar erger.
Jaren later kwam meneer B. mijn moeder tegen en eerste wat hij aan haar zei, was dat ik toch echt een keer had gespijbeld. Ik dacht toen “Meneer B. doe toch eens normaal”.
Toen ik naar de vierde ging, liet ik tekenen vallen en koos voor handvaardigheid, wat ik heel stom vond en waar ik ook niet goed was. Ik ben gewoon niet gemaakt om te kleien en te figuurzagen, geef mij maar een potlood en laat me tekenen. Met mij stapten velen over, meer dan de helft van de tekenklas, omdat meneer B. gewoon onaardig was. Vol verbazing vroeg hij aan de overgebleven leerlingen hoe het toch kon dat de klas zo klein was. Zelfreflectie was niet zijn sterkste punt.