Peuterbrein | 28-11-2020
Door: Esther Hulst
Sinterklaas is in het land. Wanneer je werkt in het basisonderwijs weet je altijd al ruim van te voren dat ie eraan komt. Kinderen zijn drukker dan normaal. En kleine kinderen die nog niet “bedankt” kunnen zeggen, zeggen wel de moeilijke naam Diewertje Blok. Of zoals ik in een tijdschrift las: Piemeltje Blok. Wanneer dát gebeurt weet je: de Sint en zijn pieten komen er nu echt aan.
Als moeder van een dochter van bijna 3 is ook bij ons thuis Sinterklaas een hot item. Eigenlijk begon het al in September toen er een nieuwsitem was waarin verteld werd dat de Sinterklaasintocht niet live zou zijn en zonder publiek, natuurlijk i.v.m. de Coronamaatregelen. Vorig jaar had de dochter er nog niet echt aandacht voor. Maar nu zag ze hem, sprong op van de bank en riep: “Sinterklaas, mama, dat was Sinterklaas”. “Ja inderdaad”, zei ik zo enthousiast mogelijk, terwijl ik snel weg zapte. “Waarom al in September?”, dacht ik alleen maar.
Nu is het eind november en vind ik het fantastisch. Voor onze dochter er was, dachten we dat we helemaal geen Sinterklaas zouden gaan vieren. Waarom liegen tegen je kind? Maar er is geen ontkomen aan en het is zó leuk.
Het hele ritueel van het schoenzetten. Eerst wordt er van de gang een laarsje gehaald. Niet omdat daar het meeste snoepgoed in past, maar omdat het haar lievelingsschoenen zijn. Daar mag je namelijk mee in de “plonsjes” springen. Daarna moet er een appel en een bloempot met water voor het paard bij. Dan komt voor mij het leukste: de dochter denkt dat ze al kan schrijven. Dus “schrijft” ze zelf een hele brief aan Sinterklaas. Ik vind het hilarisch om haar kleine, betrekkelijk simpele leventje samengevat te krijgen door de brieven die zij “schrijft”. Zo is bijvoorbeeld haar beste vriend onlangs verhuisd en dat moet Sinterklaas weten.
Dan zingen we liedjes. Omdat ook ik graag een goede moeder wil zijn en de teksten van de Sinterklaasliedjes niet meer dezelfde zijn als toen ik zelf op de basisschool zat, zocht ik ze op op internet. Op mijn telefoon. De versies van het Sinterklaasjournaal vind ik erg grappig, dus zongen we mee met de filmpjes. Op mijn telefoon. De dochter dacht dus dat je altijd liedjes moest zingen met een telefoon. Peuterlogica! Gelukkig hebben we dat snel veranderd en gister met z’n drieën luidkeels gezongen voor de Sint en zijn pieten.
Vanochtend werd ze gelukkig niet extreem vroeg wakker en ze wilde naar beneden om te kijken of Sinterklaas of eigenlijk de pieten wel langs waren geweest. Sinterklaas werkt tegenwoordig vanuit huis, dus komen alleen de pieten nog langs. Van de spanning deed ze op de trap vast haar ogen dicht om ze pas in de huiskamer weer open te doen.
Ik keek vlug of mijn man de brief voor de dochter niet vergeten was. En of de appel en het water wel zorgvuldig waren weggewerkt. Gelukkig heb ik de beste man en vader die ik kan wensen, dus natuurlijk had ie een mooie brief namens Sinterklaas is de laars gestopt. En natuurlijk waren de appel en het water weg. “Ja, ze zijn geweest”, riep de dochter uit. Op tafel lag nog wel een verdwaalde chocolade muis.
“Kijk mama, die heeft de piet voor papa daar neer gelegd.” Wat een geluk dat de peuterbrein zich nog niets aantrekt van onze volwassene logica. “Wil jij de brief lezen?” gaat de dochter verder. De brief wordt gelezen, de cadeautjes uitgepakt. “Moet je Sinterklaas nog bedanken?”, vraag ik. “Nee”, antwoord de dochter. “Hoor ie toch niet.” Wat zou ik op dit soort momenten toch graag een peuterbrein willen hebben.