Slim & gek | 18-10-2015
Waarom HB-ers zo leuk zijn!
Door: Martijn Huitema
Ik sta graag voor de klas. ’t Is heerlijk om door kinderen met beide benen op de grond gehouden te worden. Na een drukke week met afspraken en de lancering van ons instituut is het heerlijk om een paar uurtjes muziekles te geven. Gelukkig ben ik als vakdocent muziek in de gelegenheid om de krenten uit de pap te doen, qua opdrachten dan. Zo geef ik al bijna drie jaar muziekles op de hoogbegaafdenafdeling van een basisschool. Hoogbegaafdheid betekent voor de meeste mensen slim, maar voor docenten die werken met hb-ers betekent het meer dan dat. Hb-ers zijn kinderen met een hoog iq, kunnen snel denken, vinden oplossingen waar wij niet eens aan denken en dromen over zaken waar de meeste volwassenen niet eens aan toe komen.
Maar, zo weet ik sinds drie jaar, hoogbegaafdheid betekent ook omgaan met de uitdagingen. Hb-ers hebben vaak een ontwikkelingsachterstand op gebieden anders dan het cognitieve. Ze hebben moeite met sociale omgang, zijn snel afgeleid, hebben moeite met autoriteit, zijn vaak niet flexibel, hebben een slecht doorzettingsvermogen, lossen problemen vaak op met trial and error en… Zo kan ik nog wel even doorgaan. Deze kinderen vormen voor mij dus een geweldige uitdaging omdat ik ze, naast muziek, nog veel meer kan leren. Heerlijk: die samenwerkingsopdracht waarbij een keer geen gewonden vallen. Heerlijk: die moeilijk bereikbare jongen die zonder dralen mee doet. Heerlijk: dat meisje dat even stopt met tekenen om te laten zien dat ze luistert. Ook terwijl ze tekent luistert ze hoor, maar ’t ziet er zo gek uit, een opdracht uiteggen aan een tekenende klas.
Terwijl we vandaag op zoek zijn naar tonen die goed bij elkaar passen loopt de hele klas met een boomwhacker rond. Één jongen houdt zich wat afzijdig. Ik vraag wat er aan de hand is: hij kan geen geschikte kandidaat vinden om mee te testen. Als ik hem vraag naar de reden zegt ‘ie met een heel serieus gezicht: “meester, de kinderen in mijn groep zijn slim, maar ook wel gek”. Heerlijk.