Theater. Mooi vak. | 1-5-2016
Theater. Mooi vak.
Door: Tim Schuitvlot
Het klinkt misschien als een cliché, en het zou best kunnen dat het helemaal niet waar is, maar ik koester de hoop dat theaterlessen nieuwe kwaliteiten in mensen naar boven halen. Goed kunnen rekenen is fijn en je krijgt vast een geweldige baan als je heel goed bent in natuur- of scheikunde. Maar, luisteren of voor jezelf opkomen zijn kwaliteiten waar je volgens mij ook heel veel aan hebt. Laten we als voorbeeld “Marieke” nemen. Marieke is geen ster in economie en bij gym wordt ze vaak als laatste gekozen. Ze heeft wel een talent voor theater. Waar anderen wegdromen tijdens deze lessen neemt Marieke alles in zich op. De opdracht die de groep krijgt is het maken van een korte presentatie met als thema ‘stomme film’. Marieke is enthousiast. Ze heeft een idee. Ze heeft pas een presentatie gehouden over ‘stomme film’ dus ze weet veel over dit onderwerp. En ze heeft een leuk stukje film gezien wat ze kunnen gebruiken in de presentatie. Er is alleen een probleem. Marieke is geen schreeuwer.
Er worden groepjes gevormd. En in tegenstelling tot de gymlessen vormt zich al snel een groepje rond Marieke. Maar net zoals bij veel andere zaken komen vooral de schreeuwers aan bod. Bij theaterlessen zijn dit de creatieve schreeuwers. De mensen met 1001 ideeën. De leerlingen die meteen voor iedereen een rol bedenken en ook weten wie waar wanneer moet opkomen met welk kostuum en wat ze dan moeten zeggen. Vaak zijn deze leerlingen de redding van groep. Vooral bij tieners. Tieners die niet weten. Of niet willen. Of niet kunnen. Of een combinatie van de drie.
Maar wat doe je als onzekere puber wanneer je wel een idee hebt, maar geen schreeuwer bent? Wat doe je als je groepje al heeft besloten dat het idee van de schreeuwer uitgevoerd gaat worden? Grijp je in wanneer je eigen idee beter is dan het plan van de schreeuwer? Marieke haalt diep adem. De lessen over aandacht vragen, samenwerking, zelfvertrouwen en verhalen vertellen borrelen plotseling naar boven. Ze staat op. De groep valt stil. Gaat Marieke iets zeggen? Gaat Marieke schreeuwen? Nee. Marieke is geen schreeuwer. Marieke stelt haar idee voor. Haar enthousiasme over het thema spat ervan af. De groep luistert. De schreeuwer zwijgt. Het idee van Marieke wordt fantastisch uitgevoerd.
Mooi vak. Theater.