Theaterles geven aan pubers | 30-9-2020
Door: Tim Schuitvlot
Theaterles geven aan pubers. Als ze er zin in hebben is dat ontzettend fijn om te doen. Als ze er dan ook nog voor kiezen er hun hobby van te maken is het helemaal fantastisch. Maar, iets waar alle pubers last van houden, is dat puberbrein. Op de een of andere manier slaan hun hersenen belangrijke informatie niet of nauwelijks op. Dat een klasgenoot drie weken geleden lipgloss op had van een verkeerd merk blijft hangen, maar wat je als docent vijf minuten geleden hebt uitgelegd verdwijnt als sneeuw voor de zon. In sommige gevallen is er zelfs alweer vergeten dat er überhaupt iets uitgelegd is.
Ongeveer een jaar geleden begon ik met een groepje enthousiaste pubers aan het maken van een voorstelling. Vanuit improvisaties kwamen we tot een concept, en van daar uit vormde zich een script. Zes weken voor ze zouden gaan spelen klopte Corona aan. Weg speeldata, tot ziens optreden. Inmiddels is de theaterschool weer open. En de zes resterende repetities worden gebruikt om het project af te ronden. Vorige week werden de repetities hervat. Ik was voorbereid op het ergste. Als noodplan was er een alternatief script. Als iedere leerling in ieder geval één scene zou kunnen presenteren ben ik als regisseur al dik tevreden was mijn voornemen.
Als alle spelers het lokaal binnen zijn begin ik mijn praatje. Als eerste is het heel fijn dat we het project in ieder geval kunnen afronden, en als tweede wil ik me vooral richten op wat er nog is blijven hangen. Bij de vraag of er scènes zijn waarvan de spelers zelf denken dat ze er niet meer inzitten gaan een aantal vingers omhoog. Rustig blijven denk ik, ‘’Komt goed’’ zeg ik. Mijn voorstel is om maar meteen met de deur in huis te vallen en te beginnen met een doorloop. Zo komen we er het snelst achter wat er nog over is van de voorstelling. Er worden spullen klaargezet en ik maak me klaar voor wat komen gaat. Ze beginnen.
En ze beginnen niet alleen, ze blijven maar doorgaan. Een volledige voorstelling van vijftig minuten komt voorbij. Ingewikkelde bewegingsscènes worden gedaan alsof het niks is, de timing van belangrijke momenten zit nog goed, en de meest recente versies van stukjes die keer op keer verandert zijn verschijnen ten tonele. Op momenten dat ik vraag of er niet iets anders kwam word ik gecorrigeerd door de spelers. ‘’Die scene komt pas hierna meneer, eerst nog dat stukje met die zakdoek’’. En daar hebben ze gelijk in. Eerst nog dat stukje met die zakdoek.
Gek puberbrein. Dat je niet met kauwgom in de les mag gaat dat hoofd maar niet in. Een voorstelling van vijftig minuten blijft hangen tussen de roddels en de lipgloss. In dit geval alleen maar fijn.