Vaderschap | 11-12-2016
Vaderschap
Door: Martijn Huitema
Met veel belangstelling lees ik het essay van El Hadioui over hoe de straatcultuur de school binnendringt. In heldere bewoordingen geeft El Hadioui een beschrijving van de driehoek thuis-, school-, en straatcultuur waarin veel urbane en suburbane kinderen zich tegenwoordig begeven. Hij beschrijft een niet te misverstane mismatch tussen de masculiene straatcultuur en de feminiene schoolcultuur, die ervoor zorgt dat sommige jongeren totaal ontsporen op school. Ik heb me altijd thuis gevoeld in het basisonderwijs. Met mijn grote lijf, baard en mannelijke aanpak probeer ik wat masculiniteit aan te brengen op de scholen waar ik lessen of workshops geef. Het beste voorbeeld komt van een school in Den Haag, midden in de schilderswijk, waar ik de maandag van groep drie getransformeerd heb van joggingpakkendag naar nettepakkendag, compleet met stropdas. Het voelt goed om die mannelijkheid binnen te brengen in een paar scholen. Sinds zes maanden weet ik dat ik vader wordt. Ongelofelijk goed nieuws. Maar ook wel een dingetje. Niet alleen mijn vrouw moet wennen aan fysieke en geestelijke veranderingen, ik ook. Al was ik me daar tot deze week niet van bewust. Voordat we aan kinderen begonnen hebben we het er al veel over gehad. We zitten allebei in het onderwijs, zien allebei 300 kinderen per week en weten dus allebei hoe verschrikkelijk mooi het kan zijn, maar ook hoe verschrikkelijk mis het kan gaan. Van gedragsstoornissen tot ziekten tot co-ouderschap, we kunnen letterlijk bij elk voorbeeld wel een kind noemen. Ik denk dat we zeker al meer dan vijfhonderd uur hebben zitten praten over de opvoeding, wat we wel en niet zouden willen. Geen zorgen, zeggen we tegen elkaar, we maken van ons kind geen prinsje. Het is een kind zoals alle andere kinderen, en we hebben het nog maar vijfhonderd uur over hem gehad terwijl hij nog geboren moet worden… De afgelopen week hadden we een discussie: ik vond dat mijn vrouw alvast minder moest gaan werken, zij vond van niet. Ik bleef stug volhouden dat ze, als het aan mij lag, lekker in bed moest gaan liggen, met een warmtelamp boven haar buik en kopjes thee in de aanslag. Lekker broeden. De realisatie kwam pas toen een vriend me letterlijk en figuurlijk een spiegel voorhield: ik werd geknipt en terwijl ik bij de kapper zat wees hij mij er fijntjes op dat deze houding en deze gedachten niet normaal waren, om af te sluiten met de zin: “dit had ik niet van je verwacht, ik dacht dat jij zo’n vooruitstrevende vader zou worden”. En pas in de auto drong het tot me door: deze zwangerschap brengt de meest feminiene ideeën in me naar boven. Ik zal de jongens uit groep drie alvast vertellen dat ze gewoon weer in hun joggingpak kunnen komen op maandag.