Veerkracht | 13-1-2021
Door: Esther Hulst
De lockdown wordt verlengd. Néé, niet nóg langer thuiswerken, nóg langer de scholen dicht, nóg langer onderwijs op afstand, nóg langer niet spelen op scholen. Dat waren mijn eerste gedachten. Natuurlijk, als het nodig is, is het nodig. Maar wat een verschrikking… een langere lockdown.
Weer opnieuw kracht proberen te vinden om mee te veren. Waar het, bijna een jaar geleden, in maart een enorme explosie van creativiteit, inventiviteit en strijdlust opleverde, was er afgelopen december eerst verslagenheid. Niet wéér. En nu? Nu moet ik zoeken. Zoeken naar waar de rek in het veertje is gebleven. Is er nog wel rek?
Gelukkig ben ik theatermaker en ondernemer. Gelukkig? Dit zijn toch de sectoren waar de klappen vallen? De financiële klappen wel te verstaan. Dat klopt. Maar in mijn niche, educatief theater op scholen, ging het tot half december nog goed. We waren aan het spelen. Scholen waren blij dat er nog iets anders voorbij kwam dan een saaie les en wij waren blij dat we konden werken, konden spelen, konden maken. Doen wat we het liefste doen. Mooie dingen maken.
Afgelopen december was er, na de bekendmaking van de 2e lockdown, meteen werk aan de winkel. De voorstellingen en workshops die stonden, moesten verplaatst worden. Ik had nauwelijks tijd om na te denken. Er moest gehandeld worden. Het lukte en na een volle dinsdag zat ook ik op woensdag thuis. Ik stelde mezelf de vraag: wat kan er wél? Deze weken zijn we dicht, doen we niets, die voelen als “verloren”. Maar wat kan er allemaal, waar ik de afgelopen tijd geen ruimte of tijd voor had? Een hele lijst kwam voorbij. Want de maanden ervoor moest elk plan bijgestuurd en aangepast worden. De lange termijn to-do-list werd langer en langer, tot deze 2e lockdown kwam.
De nabesprekingen zijn aangepakt; gedigitaliseerd, ge-update en nog interactiever gemaakt. De nabespreking is nu een combinatie van de live-acteurs en feitelijke info, opdrachten, voice-overs en mooie animaties op het digibord. Ik kan niet wachten om ze te gaan testen. We hebben 6 trailers opgenomen. We hebben gefilmd met alle acteurs op locatie en in de studio. Dat mag gelukkig nog. We hebben concepten gemaakt en alle voorstellingen omgezet naar mini-verhaaltjes voor film. Een heel ander medium. Het was te gek om te maken. Het verzinnen, locaties kiezen, het schieten, acteren voor de camera, zelfs het broodjes smeren, vond ik een feest.
En nu wordt de lockdown wéér langer en ik moet even zoeken. Zoeken naar waar de veerkracht dit keer vandaan moet komen. Ik ben eigenlijk altijd optimistisch, maar dit keer valt het me zwaar. Weer meeveren, weer een andere richting op. Ik sta nog op de set wanneer ik deze gedachten deel met David, vaste regisseur van Zwerm en bovenal mijn man. “Waarom doe je het niet online?” vraagt hij. “Denk er even over, ik denk dat het kan, sterker nog, dat het super leuk wordt.” zegt David.
Mwah online… Komt dat wel over? Willen scholen dat wel? Is dat niet onwijs veel gedoe, vraag ik mezelf af. Wanneer we weer aan het filmen zijn, denk ik: “natuurlijk kan het”. We hebben de studio, de camera, de mensen en acteren voor de camera doen we nu ook. We hebben de vorige lockdown Thuis naar school opgezet, een interactief platform waarop we live-onderwijs op afstand gaven via een stream. We hebben online theaterlessen gegeven. En we hebben ook al gespeeld voor leerlingen die thuis zaten en via zoom meekeken. Of beter gezegd meeDEDEN. Ze zaten er zo in, dat ze zelfs gingen staan en zitten bij de stellingen in de nabespreking om aan te geven of ze het er mee eens of oneens waren. Wat een onzin al die bezwaren. We gaan ervoor, besluit ik.
We gaan in onze studio live de voorstellingen spelen voor de camera. Via zoom of teams of andere streamingdienst komen we zo toch live bij alle leerlingen. De nabespreking doen we ook via de stream, live vanuit de studio. Die is iets korter en geschikt gemaakt voor online. Een beetje zoals bij “Even tot hier” van Van der Laan en Woe. Ik vertel het idee aan de acteurs en die reageren ook meteen enthousiast.
De woorden van David, waren precies wat ik nodig heb. Zijn woorden werkten als een soort vangnet of beter, als een trampoline. Mijn veertje kon even op zijn gedachten leunen en veert nu weer. Mijn veertje is een beetje moe. Maar nog steeds niet uit geveerd. Hij doet het weer. We gaan online.